Actueel

< Terug

Wat we (niet) weten over probleemgedrag bij NAH

24 november 2022

In één klap ben je een compleet ander persoon: het kan mensen overkomen die niet-aangeboren hersenletsel (NAH) oplopen, bijvoorbeeld na een ongeluk of beroerte. Hoe vaak leidt zo’n verandering tot probleemgedrag en op welke manier? Dat zocht specialist ouderengeneeskunde Roy Kohnen uit voor zijn promotieonderzoek. Met CCE-coördinator Birgit Voorn ging hij over het thema in gesprek.  

“Zelf zien ze het probleem soms niet, dan denken ze dat ze alles nog kunnen”, zegt Roy Kohnen, specialist ouderengeneeskunde. Toch kan niet-aangeboren hersenletsel (NAH) iemand zwaar beperken, zowel lichamelijk als geestelijk.

Roy

Roy Kohnen - Specialist Ouderengeneeskunde

Er is weinig wetenschappelijke kennis over deze groep mensen, een gat waar Kohnen in sprong. In 2021 promoveerde hij op onderzoek naar de prevalentie en de uitlokkende factoren van probleemgedrag bij mensen met NAH in Nederlandse verpleeghuizen. Momenteel werkt hij als behandelend arts bij zorgaanbieder Livio in Enschede.  

Birgit Voorn, coördinator bij CCE, herkent het beeld dat mensen niet altijd beseffen hoe erg ze zijn veranderd. Uit de tijd dat ze als manager in de ouderenzorg werkte, herinnert ze zich de situatie van een man die hersenletsel had opgelopen door een coma na een operatie. “Hij was zestig en werkte als leraar. Hij was heel verdrietig toen hij werd ontslagen, hij begreep echt niet waarom hij niet meer voor de klas kon staan.” Ondertussen riep hij op de verpleegafdeling de hele dag ‘help!’. “Zó hard dat mensen die hun hond uitlieten, dachten dat er iets heel ergs gebeurde. Als ik hem vroeg wat er was, wist hij niet eens dat hij riep.” Dit soort situaties zijn voor de omgeving lastig, zowel zorgpersoneel als familieleden lopen daardoor nogal eens vast.