Kennis

< Terug

Het laten sterven van een patiënt in een vegetatieve toestand in het ziekenhuis met de verpleeghuisarts als hoofdbehandelaar

Lavrijsen, J.C.M., van den Bosch, J.S.G., Olthof, H., & Lenssen, P.P.A.

23 april 2005

Inleiding

Bij een 52-jarige man in een vegetatieve toestand, die was gereanimeerd na een hartstilstand waarbij geen getuigen aanwezig waren, nam de verpleeghuisarts de verantwoordelijkheid voor de totale behandeling over op een transmurale schakelafdeling in het ziekenhuis. Door zijn systematische, multidisciplinaire werkwijze werd zo de regie gevoerd over de complexe situatie waarin vele (para)medici betrokken waren. Toen kort na overname van de patiënt als complicatie een luchtweginfectie optrad, kon de verpleeghuisarts vanuit het in korte tijd opgebouwde behandelplan en contact met de familie een weloverwogen besluit nemen om te abstineren van medische behandeling.

In het voorkómen van een uitzichtloze vegetatieve toestand blijkt het in praktijk moeilijk om het juiste moment te vinden om de medische behandeling te staken, inclusief de sondevoeding. De beschreven casus laat zien hoe ziekenhuisspecialisten kunnen samenwerken met verpleeghuisartsen in de zogenaamde ‘afwachtende fase’ in het beloop van een vegetatieve toestand. Het benutten van deze transmurale samenwerkingsmogelijkheden, met vroegtijdige inbreng van kennis en ervaring over het langetermijnbeloop van de vegetatieve toestand, maakt het mogelijk om een uitzichtloze vegetatieve toestand te voorkomen.