Kennis

< Terug

Rapport 'Medisch handelen rond het levenseinde bij wilsonbekwame patiënten', Commissie Aanvaardbaarheid Levensbeëindigend handelen (CAL).

KNMG

17 juni 1997

Op 3 september 1985 werd door het Hoofdbestuur van de KNMG besloten een commissie in het leven te roepen om, in aansluiting op haar standpuntbepalingen met betrekking tot euthanasie, een standpunt voor te bereiden ten aanzien van levensbeëindiging bij patiënten, die niet in staat zijn een verzoek om euthanasie te uiten, dan wel niet in staat kunnen worden geacht om de consequenties van een dergelijk verzoek te overzien. Daarbij werd de commissie verzocht haar taak tweeledig op te vatten, en te bezien 1) of, en zo ja onder welke voorwaarden, opzettelijke of actieve levensbeëindiging bij de betreffende categorieën patiënten aanvaardbaar zou kunnen worden geacht, en 2) zich te bezinnen op de vraag naar de legitimatie van (levensverlengend) medisch handelen bij wilsonbekwame patiënten.

Aangezien onder 'euthanasie' levensbeëindiging op verzoek dient te worden verstaan, werd de commissie tevens verzocht om ter onderscheiding daarvan voor deze groepen patiënten andere terminologie te hanteren.